Niet alleen het fietspad, ook de vele wild geparkeerde tweewielers maken het de voetgangers in de Grote Marktstraat niet gemakkelijk. Sommige winkeliers spreken zelfs van �tweewielerterreur�.
Nu staan fietsers bij de winkeliers en projectontwikkelaars altijd al niet in een al te goed blaadje: ze worden vaak nog beschouwd als mensen die geen auto kunnen betalen � laat staan dat ze stevig uitpakken bij het doen van de inkopen.
Dat is bij de gemeente niet veel anders: de tramtunnel bood onderdak voor een grote parkeergarage, maar niet voor een rijwielstalling. En ook bij de projectontwikkelaars niet: bij het ontwerp van het Spuimarktgebouw had natuurlijk een ondergrondse fietsenstalling ingecalculeerd moeten worden, wat niet is gebeurd.
Gevolg: terwijl de gemeente de auto uit de binnenstad probeert te weren zijn er uitgerekend veel te weinig fietsenstallingen. Minstens 1.700 fietsen moeten daardoor een zwervend bestaan leiden. En met het toenemende fietsgebruik kun je daar rustig nog eens duizend bij optellen voor de komende tien jaar.
Het tekort aan stallingen treft vooral de omgeving van de Grote Marktstraat. Hier is een groot gebrek aan parkeerplaatsen voor fietsen en dat is dan ook duidelijk te zien: voorbijgangers struikelen bijna letterlijk over de ��vaak omgewaaide of anderzijds gevallen�� tweewielers.
Ondernemers in de Grote Marktstraat zijn dus niet blij met de tweewielige overdaad in �hun� straat, maar zij staan voor een voldongen feit: een alternatieve fietsroute ligt niet voor de hand en een verdiepte variant kan niet, omdat zich direct onder het straatniveau de parkeergarage bevindt.
Het is duidelijk dat de stallingen fors uitgebreid moeten worden, maar de praktijk leert ook, dat het huidige tarief van de Biesieklettestallingen voor veel fietsers al te ver gaat. Gratis stallingen zouden wat dat betreft beter zijn.
Als het stallingstekort dan enigszins in goede banen is geleid, zou ook enige handhaving zeker geen kwaad kunnen: het opruimen van verkeerd geparkeerde vehikels en wrakken in vergevorderde staat, zoals dat in Utrecht al jaren gebeurt, zou al een forse verbetering kunnen betekenen.